Inzicht in echte risico’s: springstaarten zijn de nieuwe kanaries

Springstaarten zijn de nieuwe kanaries

Door de overheid is een lijst vastgesteld van potentiële spoedlocaties waarvan vermoed wordt dat de bodem zo ernstig vervuild is dat er gesaneerd moet worden. Deze lijst bestaat voor het overgrote deel uit locaties waar op basis van chemische analyses en modelberekeningen met Sanscrit, ecologische risico's zijn vastgesteld.

Het is belangrijk om vast te stellen of deze risico's ook echt op de betreffende locatie spelen, zodat duidelijk wordt of deze wel of niet op de spoedlijst gehandhaafd moet worden.

Bioclear earth heeft in het kader van het onderzoeksprogramma BE-Basic samen met Vrije Universiteit Amsterdam een test, de iSQ test, ontwikkeld om snel en eenvoudig vast te stellen of er sprake is van echte ecologische risico’s en waardoor deze worden veroorzaakt.

Normaal gesproken worden deze risico’s bepaald met behulp van een Triade onderzoek. Hierbij worden chemische analyses gecombineerd met toxiciteitstesten en ecologische veldinventarisaties. De oorzaak van de risico’s wordt hierbij meestal niet vastgesteld.

Hulptroepen in de bodem

Bij de nieuwe iSQ test wordt gebruik gemaakt van springstaarten (bodemorganismen, zie figuur 1). Springstaarten zijn kleine veelvoorkomende bodemorganismen, die uiterst gevoelig zijn voor vervuiling. Je zou ze kunnen vergelijken met de kanaries die mijnwerkers vroeger gebruikten om op tijd te worden gewaarschuwd voor koolmonoxidevergiftiging. De aanwezigheid van giftige stoffen in de bodem leidt tot een stressreactie in het lichaam van de springstaarten. Verschillende gifstoffen veroorzaken daarbij verschillende stressreacties. Dit houdt in dat ze specifieke enzymen aan gaan maken om het stressniveau te verlagen. Door de organismen te analyseren kan niet alleen worden achterhaald dat de bodem is vervuild, maar ook door welke chemische verbindingen. De analyse kan ook aantonen dat de stress wordt veroorzaakt door andere factoren zoals de zuurgraad.

In de Katwijkse duinen, ten noorden van de uitmonding van de Oude Rijn, ligt een groot gebied waar in het verleden visnetten werden gerepareerd, het Noordelijk Wantveld. Decennia lang is huisvuil aangevoerd om laagtes op te vullen en de bodem te verstevigen. De vissers met hun netten zijn allang verdwenen en huisvuil wordt er gelukkig niet meer gestort. Sinds de jaren ’60  is het gebied geleidelijk meer gaan dienen als recreatiegebied. Een omvangrijk deel, dat tegenwoordig deel uitmaakt van het Natura-2000-gebied Coepelduynen, verkeert nog wel in de toestand waarin het destijds is achtergelaten.

Bodemonderzoek wees uit dat dit gebied ernstig verontreinigd is. Het toepassen van Sanscrit wees modelmatig op (forse) ecologische risico’s.

Op verzoek van de Omgevingsdienst West-Holland heeft adviesbureau Grondslag een maatschappelijke afweging uitgevoerd die neigde naar “niet-spoed” op grond van een breed scala aan indirecte aanwijzingen.

Echt inzicht in risico’s

De Omgevingsdienst wilde naast deze maatschappelijke afweging een objectief onderzoek om een definitieve status (wel of niet spoed) vast te kunnen stellen. Daarom is gekozen voor het uitvoeren van de iSQ test. 

Op de locatie is sprake van een verontreiniging met zware metalen (vooral koper, lood, nikkel en zink, variërend van 1.000 tot 18.000 milligram per kilogram droge stof) en in mindere mate PAK. Na blootstelling aan de verontreinigde grond bleek dat, ondanks de aanwezigheid van zware metalen, de springstaarten geen stress ondervonden van de verontreiniging. Ter verificatie zijn aanvullend nog gecertificeerde reproductietesten uitgevoerd met springstaarten waarbij na 28 dagen blootstelling de voortplanting is bepaald. Ook hieruit bleek dat de springstaarten geen hinder ondervonden van de aanwezige verontreiniging.

Conclusie van het uitgevoerde onderzoek is dat de aanwezige verontreiniging niet leidt tot ecologische risico’s. Dat betekent dat er geen spoedeisende sanering nodig is voor deze locatie.

Met dank aan de gevoelige springstaarten!

Heeft u een verontreinigde locatie en wilt u meer inzicht  in de werkelijke risico’s van de verontreiniging, neem dan contact op met Marlea Wagelmans.

 

Marlea Wagelmans
Senior projectleider risicobeoordeling